Persoonlijk contact
Flexibele oplossingen
5 sterren op Google
Je hebt in kaart gebracht welke onderwerpen je wilt bevragen. Maar hoe zet je deze onderwerpen om in goede vragen? Waar voldoen goede vragen aan?
Een goede vraag bevraagt maar één onderwerp, stuurt niet, bevat geen dubbele ontkenningen, is niet te lang, is duidelijk geformuleerd, houdt rekening met alle mogelijkheden en genereert antwoorden waar je wat mee kan.
Wanneer in één vraag meerdere onderwerpen aan bod komen, kan het voor de respondent onduidelijk zijn hoe de vraag beantwoord moet worden. Hierdoor is het voor jou als onderzoeker moeilijk om de resultaten te interpreteren. Een voorbeeld van een vraag waarin meerdere onderwerpen binnen één vraag aan bod komen is:
Bij deze vraag is het niet duidelijk wat er gemeten wordt: de vriendelijkheid van de medewerkers, de deskundigheid van de medewerkers of een combinatie van beide? Als een respondent de vraag bijvoorbeeld met “ontevreden” beantwoordt, is de respondent dan ontevreden over zowel de vriendelijkheid als de deskundigheid van de medewerkers?
Of is de respondent bijvoorbeeld tevreden over de vriendelijkheid maar zeer ontevreden over de deskundigheid en heeft de respondent daarom een soort gemiddelde antwoord gegeven?Om deze onduidelijkheid te voorkomen, splits je de dubbele vraag op naar twee losse vragen:
Wanneer je eerlijke oprechte antwoorden van je respondenten wilt verzamelen, is het belangrijk dat je geen sturende vragen stelt. Een voorbeeld van een sturende vraag is:
Je gaat er door het stellen van deze vraag al vanuit dat de respondent de verhuizing als problematisch heeft ervaren, terwijl dit niet per se zo hoeft te zijn. Daarnaast heeft het woord ‘nasleep’ een negatieve connotatie, waarmee je de respondent een bepaalde kant op stuurt. Dit soort sturende vragen kunnen dus vertekende resultaten veroorzaken. Een betere manier om de vraag te stellen is:
Dubbele ontkenningen verlagen de duidelijkheid van vragen: de respondent begrijpt minder snel welk antwoord voor hem/haar het juiste antwoord is. Daarom worden dubbele ontkenningen in goede vragen vermeden. Let niet alleen op dubbele ontkenningen in de vraag zelf, maar ook in vraag-antwoordcombinatie. Bekijk bijvoorbeeld de volgende stelling:
Als je de aankondiging wel duidelijk vond, moet je de vraag dus met oneens beantwoorden. Dit kan ingewikkeld zijn voor respondenten en dus voor een vermindering in kwaliteit van je onderzoeksresultaten zorgen. Het is beter om de stelling als volgt te formuleren:
Als men de aankondiging wel duidelijk vond, antwoordt men met eens. Vond men de aankondiging niet duidelijk, dan antwoordt men met oneens.
Wanneer vragen erg lang zijn, gaat dat ten koste van de leesbaarheid. Respondenten raken eerder de draad kwijt en zullen daardoor meer moeite hebben met het (voor hen) juist beantwoorden van de vraag. Dit kan leiden tot onbruikbare resultaten en respondenten die vroegtijdig met het onderzoek stoppen.
Een goede vraag bevat geen termen die voor de respondenten onbekend (kunnen) zijn. Ook is het taalgebruik aangepast aan de respondenten. Wanneer je een bepaalde term wilt gebruiken, maar verwacht dat niet alle respondenten het zullen begrijpen of wanneer je wat extra uitleg wilt aanbieden om de betekenis van een begrip te verduidelijken, kun je dit doen door een informatie-icoontje toe te voegen waar men extra uitleg kan vinden:
Ga na of je alle mogelijke antwoorden van respondenten ondervangt in je antwoordopties. In onderstaande vraag wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat er geen storingen hebben plaatsgevonden.
Als er inderdaad geen storingen hebben plaatsgevonden, wat moet een respondent dan antwoorden op deze vraag? Dit probleem kun je oplossen door gebruik te maken van zogenoemde vraaglogica: alleen de respondenten die bij een eerdere vraag hebben aangegeven dat er een storing heeft plaatsgevonden, krijgen deze vraag te zien. Een andere mogelijkheid om het probleem op te lossen is het toevoegen van een antwoordoptie:
Bedenk eerst wat je wilt met de resultaten van de vraag. Waar wil je meer duidelijkheid over krijgen? Vergelijk onderstaande twee vragen en antwoordopties met elkaar. Op het eerste gezicht lijken de vragen (ongeveer) hetzelfde te meten: de mate van overwerken. Maar er is een verschil.
Met de vraag in Voorbeeld A meet je meer het subjectieve gevoel van de respondent: vindt de respondent dat hij/zij vaak overwerkt? Respondent 1 werkt misschien minder vaak over dan Respondent 2, maar het tegelijkertijd meer eens zijn met de stelling dan Respondent 2. Beide respondenten kunnen de mate van overwerken dus anders ervaren. Met de vraag in Voorbeeld B meet je meer objectief hoe vaak iemand overwerkt.
Loop je enquête nog een keer rustig door voordat je deze naar je beoogde respondenten verstuurt.
Onze gespecialiseerde onderzoekers voeren dit onderzoek graag voor je uit. Wil je graag meer informatie en een offerte ontvangen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op via het contactformulier of bel direct naar 050 - 55 32 690.
Onze kantoren zijn gevestigd in Utrecht en Groningen, maar we voeren onze marktonderzoeken uit door heel Nederland. Waaronder, maar niet uitsluitend, Den Haag, Eindhoven, Amsterdam en Rotterdam.